-
1 uit de vaart nemen
v. lay up -
2 een schip uit de vaart halen/nemen
een schip uit de vaart halen/nementake a ship out of service/ 〈 leger ook〉 commissionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een schip uit de vaart halen/nemen
-
3 vaart
3 [zeereis] voyage5 [(vaar)route] course♦voorbeelden:in vliegende vaart • at breakneck speed, headlongin volle vaart • (at) full speed/tiltde vaart erin houden • keep up the pacevaart krijgen • gather/pick up speed〈 figuurlijk〉 het zal zo'n vaart niet lopen • it won't come to that/get that badvaart minderen • reduce (one's) speed, slow down〈 figuurlijk〉 ergens vaart achter zetten • hurry/speed things up, get a move oner zit geen vaart in het verhaal • the story doesn't go anywhereiets in zijn vaart stuiten • arrest the development/growth of something2 de grote vaart • (the) sea-/ocean-going tradede kleine vaart • (the) home tradede vaart is weer open • navigation is possible againde wilde vaart • tramp shipping
См. также в других словарях:
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon